Lance,
Als je als 40er af en toe op de racefiets stapt om de conditie op peil te houden ben je eigenlijk een klein beetje geschift.
Ik zeg dat niet zomaar want ik ben er zo een...
Mannen met een bierbuik, overgecompenseerd door een carbon frame (omdat we anders te zwaar moeten trappen) wedijveren in te strakke broekjes met absorberend zeem om de titel racefietspik van de week;
We willen we hard, harder, het hardst laten zien dat we maatschappelijk geslaagd zijn, nog steeds stoer zijn en, niet onbelangrijk, wij wel aan onze conditie werken... en dat kan dus alleen op een peperdure racefiets van carbon, wielen in absurde kleuren en glimmende schakelmechanismen. Het kan niet gek genoeg zijn.
Wekelijks komen de noeste mannen bij elkaar, bespreken de laatste trends in remtechniek, kettingzeep en voedingszuur, de zonnebril losjes in de helm gestoken om de noeste blik te accentueren, om vervolgens de billen van de voorganger een uur of twee zwetend te bewonderen. Niemand van de knapen wil onder doen voor de ander; wat de een te kort komt als het om de fiets betreft, word luidruchtig gecompenseerd door de tussentijdse sprint. Het lulletje aan het elastiek wordt continue herinnerd aan het feit dat hij de ruige fietsbonken niet kan volgen. Dat de week daarop de hardst schreeuwende zelf zowat het loodje legt mag de pret niet drukken.
Uiteraard wordt tussentijds voldoende gedronken. Meestal uit de bidon, uiteraard in passende kleuren, maar af en toe ook zeker op het terras waar de dorstige kelen worden gesmeerd door koffie aangevuld met appelgebak, die omwille van het suikertekort en vreetkick is voorzien van een dikke laag slagroom.
Dat niemand hierover en opmerking maakt is logisch aangezien geen van allen een humeurige fiets collega aan de zij wil hebben die door de fysieke inspanningen onderweg ter aarde stort en het loodje legt. Het smullen van het gebak is dan ook bedoeld de verloren broodnodige vetten te compenseren en de maag te verzwaren zodat het tempo op terugweg drastisch wordt verlaagd en niemand hoeft toe te geven dat op onze leeftijd dergelijke inspanningen absurd zijn.
Toch houden we vol.
Elke week jutten we de roedel op alsof het jonge honden betreft. We moeten wel.
Want die ene Amerikaan, 7x de tour, op eigen kracht, doorgaan toen het onmogelijk leek en bleef winnen. Winnen op karakter noemden we dat.
Die man is van z'n fiets gevallen.
Lance, als de wereld jou vergeten is en jij een zielig hoopje bent, dan hoop ik dat je dit leest en dat je bedenkt dat vanaf vandaag JIJ het lulletje aan het elastiek bent.
En oja, Lance je mag niet met ons mee.